Nadat is vastgesteld dat u last heeft van urine-incontinentie, kunnen onze artsen een behandelplan voorstellen. Hieronder staan enkele mogelijke opties:
- Bekkenbodemtherapie
- Als blijkt dat u uw bekkenbodemspieren niet op de juiste manieren gebruikt of dat deze spieren niet goed functioneren, kan bekkenbodemtherapie uitkomst bieden. In onze bekkenbodemkliniek werken gespecialiseerde kinesisten die u leren de spieren rond het bekken te (her)kennen en te gebruiken. Het doel is om van de bekkenbodem en de omliggende spieren (weer) een samenwerkend geheel te maken.
- Belangrijk onderdeel van de behandeling is houding- en bewegingsadvies voor het dagelijkse leven. Daarnaast is er specifieke aandacht voor een betere controle te krijgen over het vullen en het legen van blaas en darmen. Extra mogelijkheden liggen in het gebruik van apparatuur, waarbij zichtbaar of voelbaar gemaakt wordt in welke mate de spieren aanspannen of ontspannen. Dit noemen we biofeedback. Daarnaast kunt u bij aandrangincontinentie baat hebben bij blaastraining, waarbij u leert uw urine langer op te houden.
- Er werken gespecialiseerde bekkenbodemkinesistes in onze kliniek, maar wij kunnen u ook verwijzen naar een gespecialiseerde kinesist bij u in de buurt.
- Medicatie
Soms is het zinvol om medicatie voor te schrijven bij incontinentieklachten. Deze medicatie zorgt ervoor dat u minder vaak hoeft te plassen, dat het volume dat u per keer plast groter wordt en dat het aantal momenten van ongewenste urineverlies afneemt. Helaas veroorzaakt deze medicatie bij een aantal vrouwen bijwerkingen (zoals bijvoorbeeld een droge mond en een moeizame stoelgang), wat vooraf niet te voorspellen is. De meeste vrouwen ervaren de bijwerkingen van de medicatie als mild en zijn blij met het effect dat het heeft op de blaas. Daarnaast worden veel bijwerkingen minder naarmate u de medicatie langer gebruikt. Een ander nadeel is dat het meestal om dure medicatie gaat, die in de meeste gevallen niet terugbetaald wordt. - Operatieve ingreep
Het kan zijn dat een operatieve ingreep uw klachten wegneemt. Bij urinaire stressincontinentie is een urethrasling procedure vaak de beste oplossing. Dit is een relatief kleine ingreep, waarbij de urinebuis een draagband krijgt (TVT tension-free vaginal tape of TOT transobturator tape) die zonder spanning via de vagina wordt aangebracht. Meestal vindt de ingreep plaats onder een korte algemene narcose, maar verdoving met een ruggenprik is ook mogelijk. Tijdens de ingreep wordt er een klein sneetje van ongeveer 1 cm onder de plasbuis gemaakt en tevens twee kleine sneetjes (5 mm) vlak boven het schaambeen of in de liesplooien waarlangs een kunststof bandje van 1 cm breed wordt aangebracht. Deze behandeling wordt meestal in dagziekenhuis uitgevoerd. Deze techniek is al vanaf 1996 in gebruik en de ervaring leert dat het bandje goed door het lichaam wordt verdragen. Het bandje ondersteunt de plasbuis, zodat bij hoesten, niezen, lachen of sporten de plasbuis wordt dichtgedrukt waardoor geen urineverlies meer kan optreden. - Botox behandeling
Als bekkenbodemtherapie en medicatie onvoldoende zijn als behandeling voor een overactieve blaas, dan kan een behandeling met Botox injecties overwogen worden. Botox wordt dus niet alleen gebruikt tegen rimpels, maar is ook voor de blaas toepasbaar. Het is namelijk een spierverslapper die gedurende een periode van zes tot negen maanden de blaasactiviteit remt. Botox wordt ingespoten in de wand van de blaas via een dunne camera die in de blaas wordt gebracht. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen heeft na deze behandeling moeite om de blaas goed leeg te plassen waardoor soms tijdelijke (zelf)katheterisatie overwogen dient te worden. - Sacrale neuromodulatie
- Sacrale neuromodulatie, ook wel sacrale zenuwstimulatie genoemd, is een behandelingsvorm voor functiestoornissen van de blaas of darmen. Hierbij worden de sacrale zenuwen in de onderrug, ter hoogte van het heiligbeen, gestimuleerd met zwakke elektrische impulsen. De sacrale zenuwen regelen de werking van de blaas, de darmen en de daarbij betrokken (sluit)spieren. De neurostimulator probeert de coördinatie van de blaas- en de darmfunctie te herstellen door deze zenuwen met een lage elektrische stroom te stimuleren.
- Sacrale neuromodulatie wordt in twee fasen uitgevoerd: een testfase en een implantatiefase. In de eerste fase of testfase gebeurt een proefstimulatie met een tijdelijke elektrodedraad die onder in de rug ingebracht wordt, onder lokale verdoving. Met een verlengkabel wordt de elektrodedraad aangesloten op een externe neurostimulator (testkastje), die u aan uw ceintuur of riem draagt. Deze externe neurostimulator stuurt via de elektrodedraad elektrische pulsjes naar uw sacrale zenuwen. Tijdens de gehele proefstimulatieperiode houdt u uw blaas- en/of darmklachten bij in een speciaal dagboekje. Als uw klachten tijdens de proefperiode aanzienlijk minder worden of verdwijnen, wijst dat erop dat u ook op de lange termijn baat kunt hebben met deze techniek, zodanig dat kan worden overgegaan tot een complete implantatie. Wij zullen hiervoor in de toekomst samenwerken met het Universitair Ziekenhuis van Leuven.